Bui — Synoniemen, betekenis en gebruik
We hebben 43 synoniemen voor bui gevonden. Zie hieronder wat bui betekent en hoe het in het Nederlands wordt gebruikt.
Zie alle synoniemen van bui hieronder.
Synoniemen van bui
- hagelbui,
- onweersbui,
- regenbui,
- sneeuwbui,
- stortbui,
- aanval,
- uitbarsting,
- vlaag,
- humeur,
- luim,
- stemming,
- bevlieging,
- gemoedsgesteldheid,
- gemoedsstemming,
- gemoedstoestand,
- gril,
- kuur,
- nuk,
- speling,
- caprice,
- frats,
- gemoedsaandoening,
- kortdurende stemming,
- korte aanval,
- korte regenval,
- kortstondige neerslag,
- kortstondige regen,
- kortstondige regenval,
- meteorologisch verschijnsel,
- natuurverschijnsel,
- neerslag,
- opwelling van regen,
- periode van neerslag,
- plotselinge regenval,
- regenval,
- regenvlaag,
- rul,
- voorbijgaande stemming,
- weerkundig verschijnsel,
- weersgesteldheid,
- weersverschijnsel,
- windvlaag,
- zonderling idee
Wat doet bui?
Bui betekent hagelbui.
Hoe wordt het woord bui gebruikt?
Het woord bui wordt meestal in het midden van een zin gebruikt en wordt uitgesproken zoals het klinkt.
Het kan ook in meer formele contexten worden gebruikt.
Bui Voorkomen in kruiswoordraadsels
Laag Gemiddeld Hoog
bui verschijnt zelden in kruiswoordpuzzels.
Woorden beginnend met bui
- Buid
- Buidel
- Buidelbeer
- Buideldier
- Buideleekhoorn
- Buidelrat
- Buidels
- Buidelwolf
- Buidelzakken
- Buien
- Buienlijn
- Buigbaar
- Buigbaarheid
- Buigen
- Buiger
- Buigijzer
- Buiging
- Buiging in de weg
- Buiging in een weg
- Buigingsuitgang
- Buigingsvorm
- Buigpunt
- Buigspanning
- Buigspier
- Buigtang
- Buigvastheid
- Buigzaam
- Buigzaamheid
- Buiig
- Buik
- Buik-
- Buikademhaling
- Buikband
- Buikdans
- Buikdansen
- Buikdanseres
- Buiken
- Buikfles
- Buikflesje
- Buikgevoel
- Buikgriep
- Buikholte
- Buikig
- Buikig flesje
- Buikige vaas
- Buikige vaas met twee oren
- Buikje
- Buikklacht
- Buikkramp
- Buiklanding