Doen — Synoniemen, betekenis en gebruik
We hebben 12 synoniemen voor doen gevonden. Zie hieronder wat doen betekent en hoe het in het Nederlands wordt gebruikt.
Zie alle synoniemen van doen hieronder.
Synoniemen van doen
- bewerkstelligen,
- uitvoeren,
- verrichten,
- leggen,
- plaatsen,
- steken,
- zetten,
- kosten,
- opbrengen,
- handelen,
- optreden,
- zich gedragen
Wat doet doen?
Doen betekent bewerkstelligen.
Hoe wordt het woord doen gebruikt?
Het woord doen wordt meestal in het midden van een zin gebruikt en wordt uitgesproken zoals het klinkt.
Het kan ook in meer formele contexten worden gebruikt.
Doen Voorkomen in kruiswoordraadsels
Laag Gemiddeld Hoog
doen verschijnt zelden in kruiswoordpuzzels.
Woorden beginnend met doen
- Doen afgaan
- Doen alsof
- Doen beginnen
- Doen beseffen
- Doen binnengaan
- Doen blijken
- Doen branden
- Doen denken
- Doen en laten
- Doen geloven
- Doen genieten
- Doen lijken
- Doen losbarsten
- Doen loslaten
- Doen mislukken
- Doen omdraaien
- Doen ontbranden
- Doen ontploffen
- Doen ontvlammen
- Doen ophouden
- Doen opvlammen
- Doen schrikken
- Doen steunen
- Doen toekomen
- Doen uitvloeien
- Doen vallen
- Doen verdwijnen
- Doen vergeten
- Doen vermoeden
- Doen verrijzen
- Doen verwachten
- Doen voorttelen
- Doen waaien
- Doen walgen
- Doen wegstromen
- Doen wegvloeien
- Doen wentelen
- Doenbaar
- Doend
- Doende
- Doener
- Doeniet
- Doening
- Doenlijk
Woorden die eindigen op doen
- Aan de lijn doen
- Aan het lichaam doen
- Aandoen
- Aangenaam aandoen
- Aanzoek doen
- Aas aan hengel doen
- Achternadoen
- Adviseren niet te doen
- Afdoen
- Afstand doen
- Beklag doen
- Bijdoen
- Boekhouding doen
- Boodschappen doen
- Cadeau doen
- De moed hebben iets te doen
- De nodige kennis opdoen
- De raad geven niet te doen
- De ronde doen
- De teugel aandoen
- De vaat doen
- Dichtdoen
- Dienst doen
- Dienstdoen
- Dooddoen
- Doordoen
- Een bod doen
- Een dutje doen
- Een gebed doen
- Een inbraak doen
- Een klas overdoen
- Een schuld voldoen
- Een uitspraak doen
- Eigenwijs doen
- Er toe doen
- Ertoe doen
- Gaarne willende doen
- Genegen iets te doen
- Genoegen doen
- Gespreid voldoen
- Goed doen
- Goed om aan de lijn te doen
- Goeddoen
- Grootdoen
- Haastig aandoen
- Herdoen
- Het op slot doen
- Het zakendoen
- Hoefijzers aandoen
- Iemand een genoegen doen