Wiel — Synoniemen, betekenis en gebruik
We hebben 1 synoniemen voor wiel gevonden. Zie hieronder wat wiel betekent en hoe het in het Nederlands wordt gebruikt.
Zie alle synoniemen van wiel hieronder.
Synoniemen van wiel
Wat doet wiel?
Wiel betekent tandwiel.
Hoe wordt het woord wiel gebruikt?
Het woord wiel wordt meestal in het midden van een zin gebruikt en wordt uitgesproken zoals het klinkt.
Het kan ook in meer formele contexten worden gebruikt.
Wiel Voorkomen in kruiswoordraadsels
Laag Gemiddeld Hoog
wiel verschijnt zelden in kruiswoordpuzzels.
Woorden beginnend met wiel
- Wielas
- Wielband
- Wielbasis
- Wielbeslag
- Wieldeel
- Wieldop
- Wieldruk
- Wielen
- Wielerarts
- Wielerbaan
- Wielerbond
- Wielercarrière
- Wielerclub
- Wielerevenement
- Wielerfederatie
- Wielerformatie
- Wielergeschiedenis
- Wielerheld
- Wielerjournalist
- Wielerkalender
- Wielerkampioen
- Wielerkaravaan
- Wielerklassieker
- Wielerkoers
- Wielerland
- Wielerleven
- Wielerliefhebber
- Wielerloopbaan
- Wielermilieu
- Wielerpeloton
- Wielerploeg
- Wielerprof
- Wielerronde
- Wielerseizoen
- Wielerspektakel
- Wielersponsor
- Wielersponsoring
- Wielersport
- Wielersportterm
- Wielerteam
- Wielerterm
- Wielertoerisme
- Wielertoerist
- Wielertoernooi
- Wielerverslaggever
- Wielerwedstrijd
- Wielerwereld
- Wielewaal
- Wieling
- Wielkast
Woorden die eindigen op wiel
- Aandrijfwiel
- Aandrijvingswiel
- Achterwiel
- Deel van een wiel
- Drijfwiel
- Fietswiel
- Handwiel
- Herenrijwiel
- Jachtwiel
- Kamwiel
- Karrenwiel
- Kettingwiel
- Letterwiel
- Motorrijwiel
- Neuswiel
- Onderdeel van een wiel
- Pottenbakkerswiel
- Printwiel
- Reservewiel
- Rijwiel
- Schijfwiel
- Spaakwiel
- Spinnewiel
- Stuurwiel
- Tandwiel
- Vliegwiel
- Voorwiel
- Vrijwiel
- Wagenwiel
- Wormwiel
- Zijwiel
- Zwenkwiel